Radboudumc Nijmegen heeft een nieuw hoofdgebouw gerealiseerd. In de periode 2019-2022 was Unica als partner van het consortium FourCare (Van Wijnen/Trebbe/Equans/Unica) verantwoordelijk voor de realisatie van dit indrukwekkende en technisch hoogstaande gebouw. Het gebouw bestaat uit elf verdiepingen (waarvan 2 ondergronds) met klinieken, poliklinieken, de nieuwe hoofdingang en restaurant- en winkelvoorzieningen. Het gebouw hoopt de classificatie BREEAM Excellent te ontvangen, o.a. door de grote aandacht die besteed is in het ontwerp aan de energiezuinigheid van het gebouw.
Twee jaar lang werkte bouwdirecteur René Bleeker met zijn team aan de voorbereidingen van de herontwikkeling van het Radboudumc terrein. Een vastgoedvisie voor de komende 15 jaar ligt ten grondslag aan alle bouw- en renovatieactiviteiten, waarvan het nieuwe hoofdgebouw de kers op de taart moet worden. “Om te komen tot deze visie, hebben we alle betrokkenen gevraagd wat voor soort ziekenhuis het Radboudumc over 15 jaar moet zijn. Patiënten, medisch specialisten, bestuurders, banken: iedereen heeft de uitgangspunten onderschreven. In 2016 is de 15-jaars visie vastgesteld, waar we nu voor aan het bouwen zijn”, begint René.
Ideale omstandigheden
Een ‘droomwereld’ staat aan de basis van deze visie. Professor Harry van Goor, verbonden aan het Radboudumc, doet wetenschappelijk onderzoek hoe medische technologie de zorgverlening kan verbeteren. De zogenaamde healing environment staat in zijn filosofie centraal: in wat voor omgeving herstelt een patiënt het snelst? “Een ruimte doet veel met de stemming van een patiënt, en dat doet weer wat met de hormoonhuishouding. Licht, stilte, rust en natuur kunnen van grote invloed zijn op het genezingsproces”, vat René de hoofdlijnen samen. Maar de ideale genezingsomstandigheden zijn voor iedereen anders. “Het nieuwe hoofdgebouw wordt daarom opgezet met eenpersoonskamers, waarin de patiënt met smart devices zelf de omgeving kan aanpassen.”
Krimpend ziekenhuis
Los van de medisch-wetenschappelijke uitgangspunten maakt Radboudumc in zijn vastgoedstrategie ook opmerkelijke keuzes: krimp is namelijk het uitgangspunt. “Na afronding van de herontwikkeling is het oppervlak met 100.000 m2 gedaald, naar 380.000 m2. Toch kunnen we dezelfde zorg blijven verlenen”, stelt René. Dat komt door efficiënter bouwen, bijvoorbeeld door minder gangen te gebruiken, maar vereist ook andere werkprocessen. “We streven bijvoorbeeld naar flexibeler, vraag-gestuurd gebruik. Nu heeft elke polikliniek zijn eigen ruimtes, vaak met vergelijkbare zorgvoorzieningen. In onze nieuwe werkwijze worden ruimtes en middelen op basis van de verwachte zorgvraag toegewezen. Zo kunnen we het gebouw een stuk efficiënter gebruiken.”
Smart hospital
Innovaties in medische technologie leveren ook een bijdrage aan effectievere zorgverlening. Radboudumc investeert sterk in smart hospital technologieën. “Met een valpreventiesysteem met bewegingsdetectie kunnen we voorspellen en voorkomen dat patiënten vallen. We werken met de nieuwste generatie verpleegoproepsystemen, die ervoor zorgen dat kennis en beschikbaarheid van verplegers optimaal kan worden ingezet”, geeft René als voorbeeld. Veel verwachting heeft het Radboudumc van elektronische ‘pleisters’, die de vitale functies van patiënten monitoren zonder dat ze op geavanceerde apparatuur aangesloten hoeven te zijn. “Daardoor hoeven patiënten niet langer op de IC te blijven liggen. Soms kunnen ze zelfs naar huis en kunnen we hen op afstand monitoren”, voorspelt René.
De toename van thuiszorg heeft het Radboudumc dan ook meegenomen in zijn vastgoedstrategie. Aangezien de zorgvraag in de regio naar verwachting de komende jaren met 16% toeneemt, vraagt inkrimping van het ziekenhuis wel om een aanvullende toelichting. “Als universitair ziekenhuis richten wij ons op de hoogcomplexe zorg, met een relatief lange verblijfsduur. We verwachten dat de minder complexe zorg zich verplaatst naar topklinische ziekenhuizen of regioziekenhuizen. Met het doorontwikkelen van medische technologie verwachten we ook dat steeds meer zorg thuis kan worden verleend en ziekenhuisbezoeken minder nodig zijn. De toename van preventie kan eveneens bijdragen aan die vermindering”, zegt René, die ook herhaalt dat door efficiënter bouwen niets verloren gaat van de huidige zorgcapaciteit. “De combinatie van deze factoren maakt dat we er van overtuigd zijn dat we met deze bouwplannen klaar zijn voor de toekomst.”
Duurzaamheid
In het nieuwe hoofdgebouw bevindt zich ook de nieuwe entree van het Radboudumc. Consortium FourCare, bestaande uit de bouwers Trebbe en Van Wijnen, Equans en Unica, realiseerde het project voor het Radboudumc. “FourCare had zich reeds in de aanbesteding echt vastgebeten in het project. Ze lieten in alles merken dat ze heel enthousiast waren”, vindt Paul Grotens. Als projectmanager begeleidde hij vanuit het Radboudumc de aanbesteding, die mede vanwege het uitgebreide voorwerk erg gedetailleerd was. “Ik geloof dat we ruim 1.750 vragen hebben beantwoord”, vertelt hij lachend.
"Het bouwteam heeft zeker affiniteit met principes als een healing environment. Vroeger was alles ziekenhuis-wit, daarna kreeg je allemaal hele felle kleuren, en nu is er veel meer aandacht voor natuurlijk materiaal”, weet hij. De natuurlijke component komt ook terug in de duurzaamheid: het gebouw is BREEAM Excellent gecertificeerd. Radboudumc is een van de eerste ziekenhuizen met deze status. In alles rondom de bouw is hiermee rekening gehouden – van de aan- en afvoer op de bouwplaats tot het hang- en sluitwerk.”
Enthousiasme
Bij de gunning was de prijs een belangrijke component, erkent Paul. Maar ook het enthousiasme wat FourCare etaleerde over het project speelde een rol: “We merken dat FourCare het echt leuk vond om mee te denken over de invulling. Het consortium wilde dit echt graag bouwen.” Het gezamenlijke enthousiasme ziet Paul ook terug in de samenwerking. “Er was bij alle partijen enorme bereidwilligheid om dingen samen op te lossen. Natuurlijk zijn de afspraken goed vastgelegd, maar ik maak ook mee dat je dagelijks met juristen schakelt. Met FourCare konden en kunnen we goed communiceren en pragmatische afspraken maken. Daardoor konden we ook als opdrachtgever rekening houden met de belangen van de aannemer.”