Onder de klanken van het Brabants Orkest opende in september 1963 de toenmalige Technische Hogeschool in Eindhoven zijn hoofdgebouw. Het robuuste bouwwerk uit de jaren zestig werd het afgelopen jaar getransformeerd tot een transparant en energiezuinig universiteitsgebouw. Zo'n 56 jaar na dato zijn vanaf 2019 meer dan 3.800 studenten en 1.100 medewerkers van de TU/e gehuisvest in een icoon van duurzaamheid. Van Wijnen, Unica, en co-makers realiseerden het project voor de TU/e, dat met het tot ‘Atlas’ omgedoopte hoofdgebouw volgens BREEAM-certificering het duurzaamste onderwijsgebouw ter wereld in huis heeft.
Het hoofdgebouw heeft voor de universiteitscampus in Eindhoven een belangrijke cultuurhistorische waarde, dus toen de aanpak van het gebouw aan de orde kwam was sloop geen optie. “Renovatie reflecteert bovendien de duurzame uitstraling die de TU/e voor ogen heeft in onze bedrijfsvoering, onderwijs en onderzoek. Een gezonde, inspirerende en comfortabele omgeving voor de gebruikers, het voorkomen van energetische verspilling en hergebruik van materialen waren bouwtechnisch de centrale uitgangspunten”, vertelt Jan-Willem Schellekens, Hoofd Projectbureau van de Dienst Huisvesting van de TU/e.
Maar de unieke uitstraling van het meer dan 50 jaar oude hoofdgebouw was minstens zo belangrijk voor de TU/e. “Het moest zijn ‘campus-brede’ functie behouden, met een eigen identiteit, maar daarbij wel getransformeerd worden naar een moderne, levendige en inspirerende werk- en studieomgeving. Een gebouw waar mensen samenwerken en elkaar ontmoeten, een plek waar bewoners en bezoekers zich thuis voelen”, verduidelijkt Jan-Willem.
Al in de ontwerpfase werd duidelijk dat er aan een uniek project gewerkt werd, zelfs in internationaal perspectief. Atlas won in maart 2017 bij de internationale BREEAM Awards in Londen al een prijs voor het ontwerp en in april kreeg het gebouw het BREEAM-certificaat Outstanding. Daarmee is het na realisatie het duurzaamste onderwijsgebouw ter wereld volgens de BREEAM-standaarden. De CO2-uitstoot ging met ruim 80% omlaag, terwijl het aantal gebruikers verdubbelde.
Het gebouw dankt zijn duurzaamheidsprestaties aan de aansluiting op de aanwezige installatie voor warmte- en koudeopslag (WKO), transparante gevels die het klimaat reguleren, een intelligent systeem met ledverlichting en 2.500 zonnepanelen. De TU/e beschikt over een van de grootste WKO-installaties in Europa. Atlas is het vijfde gebouw op de campus dat is aangesloten op de WKO en geen gasaansluiting heeft.
Bijzonder aan het Atlas-gebouw is de glazen vliesgevel, die is voorzien van een drievoudige zonwerende beglazing met aan de binnenkant een binnenzonwering. ’s Nachts wordt die zonwering neergelaten, zodat de thermische waarde van de gevel vergelijkbaar is met een geïsoleerde spouwmuur.
Een groot deel van de gevel is uitgevoerd met PAF ramen (Parallelle Aussets Fenster). Die gaan parallel aan de gevel open, zodat de wind niet rechtstreeks naar binnen kan en er daardoor minder tot geen tocht ontstaat. In de zomermaanden worden de ramen net voor zonsopgang volledig opengezet.
Door de natuurlijke ventilatie kan dan met de buitentemperatuur de binnentemperatuur geregeld worden en de CO2-concentratie teruggebracht worden tot buitenniveau. Tot halverwege de ochtend hoeft dan niet mechanisch geventileerd te worden.
Jan-Willem: “Het daadwerkelijke effect op comfort, met name tochtklachten, en de CO2-reductie gaan we samen met de faculteit Bouwkunde van onze universiteit verder onderzoeken, meten en verbeteren. Dat is nou echt typerend voor de TU/e: de durf om nieuwe technieken toe te passen en die dan ook te bemeten en verder te verbeteren.”
De klimaatinstallatie in Atlas reageert op de wensen en de aan- of afwezigheid van de gebruikers, net als het intelligente lichtsysteem dat energieverbruik tot 50% vermindert en gebruikerscomfort verhoogt. Door het toepassen van verdiepingshoog glas heeft het gerenoveerde gebouw al bovengemiddeld veel daglichttoetreding en goed uitzicht. Het is daarnaast voorzien van ledverlichting met aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke armaturen. Iedere medewerker kan het licht naar wens aanpassen via een app op zijn smartphone. Zo ontstaat er een ‘smart building’, waar tegelijkertijd energie bespaard wordt.
Flexibel interieurontwerp
Naast innovatieve technische duurzaamheidsmaatregelen, is de renovatie van het Atlas-gebouw ook in het verantwoord materiaal en grondstoffengebruik erg duurzaam geweest. “De keuze voor renovatie ten opzichte van volledige sloop en nieuwbouw heeft een grote besparing op materialen opgeleverd, maar ook op het energie- en waterverbruik ten behoeve van de bouwwerkzaamheden. Dit heeft een forse bijdrage aan de duurzaamheid van het gebouw geleverd”, zegt Jan-Willem.
Doordat diverse vloerdelen werden weggehaald om collegezalen te maken, verminderde het vloeroppervlak bovendien van 44.500 m2 naar 41.500 m2. “Het ontwerp van Van Embden uit de jaren ‘60 voorziet in de flexibiliteit waar we nu dankbaar gebruik van maken. Het gebouw was daarmee ook toen al erg vooruitstrevend.”
Maar de belangrijkste winst is misschien wel dat het tot op casco strippen van het ‘dichtgeslibde’ hoofdgebouw ruimte bood voor een flexibel gebruik voor nu en de toekomst, vertelt Jan-Willem: “De TU/e is een dynamische omgeving waarbij verandering onderdeel is van ons bestaan. We vinden het daarom belangrijk dat we een flexibel gebouw maken wat kan meebewegen met de ontwikkelingen van de universiteit. Al vanuit het ontwerp hebben we daarvoor de kaders meegegeven aan het ontwerpteam Team RSVP, wat bestaat uit Team V architectuur, Valstar Simonis, Van Rossum en Peutz. Dit is vormgegeven in een ontwerp en daarna door Van Wijnen en Unica verder uitgewerkt op de verdiepingen.”
Elke verdieping heeft dezelfde hoofdopzet, met (werk) collegezalen rond de trap en een werk-/studiegebied met tussenvloeren richting de gebouwuiteinden. Installaties, akoestiek en brandveiligheid zijn hierop afgestemd. Vanwege het multifunctionele karakter en de ontwikkelingen binnen het onderwijs is elke verdieping nu zodanig ingericht dat het bouwkundig en installatietechnisch in zeer hoge mate vrij in te delen is. De tussenwanden zijn eenvoudig aanpasbaar of te verwijderen en het kabel- en leidingwerk is weggewerkt in kabelgoten in de wanden en boven de verlaagde plafonds. Zo kan elke verdieping met relatief weinig aanpassingen geschikt worden gemaakt voor verschillende functies en gebruikers.
Practice what you teach
In januari 2019 is het Atlas-gebouw officieel in gebruik genomen door studenten en medewerkers van de TU/e. De prominent gelegen trap ‘rode loper’ is het nieuwe hart van het gebouw en stimuleert interactie, ontmoeting en beweging. Hiermee is ook de verbinding met de loopbruggen, kenmerkend voor de TU/e-campus, naar andere gebouwen verder vormgegeven.
Het is voor Jan-Willem, die zelf zijn bouwkundestudie volgde aan de TU/e, bijzonder om het getransformeerde gebouw nu zo intensief gebruikt te zien worden. “Het gebouw is met deze renovatie op een innovatieve, intelligente en flexibele manier weer terug in haar kracht gezet, waarbij we verantwoord met energie en materialen omgegaan zijn. Dit is ook de lijn van ontwikkeling waar de TU/e voor staat en waar in onderzoek en onderwijs veel aandacht voor is. Practice what you teach, eigenlijk”, besluit hij.
Naast Unica Building Projects hebben ook Unica Building Automation en Unica Sanitair hun bijdrage mogen leveren aan dit prestigieuze project.