Het Nationaal Archief heeft sinds 2019 naast het depot in Den Haag ook een depot in Emmen, een volledig gemoderniseerd gebouw met een spic & span klimaatinstallatie. Samen met het Unica Innovation Center wordt onderzocht hoe beide panden zo duurzaam mogelijk kunnen worden ingeregeld, volgens de laatste richtlijnen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een dynamische, innovatieve klimaatbeheersing. “Bij innovatie zijn er per definitie meer onmogelijkheden dan mogelijkheden en zijn er altijd beren op de weg. Een open vizier is dan een voorwaarde voor succes”, vertelt Stefan te Veluwe, Manager Unica Innovation Center.
Gedurende de bouw en ontwikkeling van het depot in Emmen – dat moest worden gebouwd omdat het Nationaal Archief in Den Haag vol begon te raken – stond een energiezuinigere klimaatbeheersing al hoog op de agenda. Volgens Gabriëlle Beentjes, werkzaam bij het Nationaal Archief als coördinator van de locatie Emmen en senior conserveringsadviseur, is het binnenklimaat een heel belangrijke factor bij het bewaren van archieven. “Klimatisering in een depot moet voldoen aan strenge eisen op het gebied van temperatuur en luchtvochtigheid, die zijn vastgelegd in de Archiefregeling”, verduidelijkt Beentjes.
Volgens de huidige Archiefregeling moet de temperatuur 18 graden zijn (met een bandbreedte van 2 graden naar boven en beneden). De relatieve luchtvochtigheid moet uitkomen op 50% (met een bandbreedte van 5% naar boven en beneden). Luchtzuivering en ventilatie, met een vastgelegde hoeveelheid recirculatie, zijn bovendien verplicht. “Je kunt je voorstellen dat het veel energie vraagt om de boel zo goed geconditioneerd te houden als het buiten 30 graden is”, reageert Sem Dijkema, Innovation Manager bij Unica.
Nieuwe regelgeving vraagt om andere aanpak
Per 1 januari 2024 treedt naar verwachting de nieuwe Archiefwet in werking, inclusief een Archiefregeling met ruimere variabelen. Vanaf die datum mag het in het depot niet kouder zijn dan 13 graden en niet warmer dan 22 graden. De luchtvochtigheid mag tussen de 35 en 60% variëren. Wel moeten temperatuur en relatieve luchtvochtigheid over het jaar heen gemiddeld 18 graden en 50% zijn. Dijkema: “Dat klinkt simpel, maar er mogen binnen 24 uur geen abrupte stijgingen en dalingen zijn en ook per maand is er maar beperkte beweging mogelijk. Wel mogen temperatuur en relatieve luchtvochtigheid met de seizoenen mee bewegen. Dat maakt het behoorlijk complex.”
Beentjes: “De oude norm is enigszins arbitrair en gebaseerd op technische haalbaarheid en menselijk comfort: 18 graden is goed voor de stukken en nog niet te koud voor de mensen en 50% luchtvochtigheid is over het algemeen technisch goed haalbaar.” Met het oog op duurzaamheid kwam er echter steeds meer kritiek op die strakke eisen. Er is inmiddels veel onderzoek gedaan naar het effect van klimaat op het cultureel erfgoed. Voor papier geldt: hoe koeler en droger, hoe beter. Het Nationaal Archief heeft te maken met gemengde collecties met bijvoorbeeld ook leer en perkament, dat onherstelbaar kan beschadigen als het te droog wordt bewaard. Beentjes: “Daarnaast werden fluctuaties altijd lastig gevonden. Als de temperatuur of luchtvochtigheid heel snel wisselt, dan betekent dat zeker in geval van papier ook hele snelle opname en afgifte van vocht. Dat zorgt voor rek en krimp en dat kan schade geven, zeker voor archiefstukken die bestaan uit gecombineerde materialen, zoals boekbanden. Snelle fluctuaties zijn dus uit den boze, maar inmiddels is wel vastgesteld dat langzame fluctuaties – dus met de seizoenen mee – geen negatieve invloed hebben op de veroudering van papier.”
Actief versus passief klimatiseren
Volgens Beentjes gaat de roep in de maatschappij en de ontwikkelingen bij depotbouw van het cultureel erfgoed steeds meer richting passief klimatiseren of passieve depots. Hierbij is de buitenschil van een gebouw zo veel mogelijk geïsoleerd met een niet-geïsoleerde bodem. Zo wordt de bodem in de zomer gebruikt om te koelen en in de winter wordt de in de zomer vastgehouden warmte gebruikt. In veel gevallen wordt er niets aan vochtregulatie gedaan. Beentjes vindt passief klimatiseren echter te ver gaan voor het Nationaal Archief. “De Archiefwet verplicht ons om voor de eeuwigheid voor de archieven te zorgen. We moeten dus echt zorgen voor optimale bewaaromstandigheden. Maar het kan wel slimmer en duurzamer.”
Daarom is er gekozen om te switchen van een vaste klimaatinstelling naar een dynamische klimaatinstelling. Doordat de temperatuur en de luchtvochtigheid straks niet langer strak op een constante waarde hoeven te worden gehouden zal het energiegebruik naar verwachting lager worden. Omdat het Nationaal Archief zelf niet genoeg expertise in huis heeft op het gebied van innovatieve klimaatbeheersing klopte de organisatie aan bij het Innovation Center van Unica. Toevallig was Unica al de technisch partner van het Nationaal Archief in Den Haag. Bij het depot in Emmen is dat Pranger-Rosier, dat sinds 2021 onderdeel is van Unica.
Over muren heen kijken
Het Innovation Center is in maart 2019 opgericht om gerichte focus aan te brengen op innovatie vanuit technisch dienstverlener Unica. “Een belangrijk onderdeel van het Innovation Center is ons dataplatform Building Insight. We onderzoeken continu hoe we voor onze klanten meer waarde kunnen halen uit data. Hierbij is een onafhankelijke aanpak een must. Alleen als we gezamenlijk optrekken met alle betrokken partijen uit het onderzoeksveld, bedrijfsleven en overheid kunnen we successen boeken in de energietransitie”, vertelt te Veluwe.
Voor dit project wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met de TU Eindhoven (TU/e), dat een overlegmodel ontwikkelt voor opdrachtgevers en installatiedeskundigen. Te Veluwe: “Op het gevaar af dat ik de sector tekort doe: installateurs kijken vaak niet verder dan hun eigen verantwoordelijkheid: zo goedkoop mogelijk de installatie laten draaien conform de specificaties. Hier spelen opdrachtgevers uiteraard ook een rol in. De TU/e constateert dat er steeds vaker maatschappelijke thema’s worden meegenomen in klimatisering, zoals energieconsumptie- en CO2-footprintreductie. Door hun onderzoek met onze data en bevindingen te voeden maken wij dat beter inzichtelijk.”
Stappen naar een dynamische klimaatinstelling
Om van een vaste naar een dynamische klimaatinstelling te komen, is een marsroute uitgestippeld. Om te meten welk effect de maatregelen straks hebben worden eerst de huidige omstandigheden en de energieconsumptie (gas, elektriciteit en stadswarmte) in kaart gebracht. Beentjes: “De verwachting is dat door de aard van de depots en de grote hoeveelheid papier die er in staat het klimaat in de depots best stabiel zal zijn. Hierdoor zal de installatie - als temperatuur en relatieve luchtvochtigheid eenmaal op de juiste waarden zijn - minder actief klimatiseren als je op bandbreedte in plaats van setpoint inregelt. Vermoedelijk zijn er dan ook veel minder korte fluctuaties. In die zin is een ruimere bandbreedte misschien juist wel beter voor het materiaal dan heel strak vasthouden aan die 18 graden.”
Dijkema: “We hebben de depots in Den Haag en Emmen voorzien van draadloze sensoren met batterijvoeding om fijnmazig de temperatuur, luchtvochtigheid en CO2 te monitoren. De impact hiervan is minimaal: we hebben geen kabels hoeven trekken en hoefden niet in te haken op de bestaande installaties. We zijn nu de energieconsumptie in kaart aan het brengen.”
Daarnaast analyseerden de innovatiemanagers van Unica de informatie uit het gebouwbeheersysteem (GBS) van het Nationaal Archief om te kijken wat er al geoptimaliseerd kan worden via het systeem. “De volgende stappen zijn energiedata aan het platform koppelen, data uit het GBS ook realtime kunnen ophalen en op basis daarvan continu aanpassingen kunnen doen. Alle datastromen komen straks samen in ons dataplatform en we bieden straks realtime inzicht via dashboards of een app”, vertelt Dijkema. Uiteraard wordt daarbij ook rekening gehouden met de nieuwe Archiefregeling. “Wij gaan straks op basis van verschillende variabelen tussen de bandbreedtes opereren. Dat kunnen weersverwachtingen zijn, maar ook de huidige buitentemperatuur of de verwachte luchtvochtigheid. Het kunnen ophalen en terugsturen van die data vraagt om een extra intelligentielaag over het GBS heen, die we eerst moeten bouwen.”
Het resultaat
Primaire drijfveer van dit project is het verlagen van het energieverbruik, zonder in te boeten op optimale bewaaromstandigheden voor de archieven. Hierdoor gaan ook de energiekosten naar beneden. Volgens Michiel Terra, Facilitair Manager bij het Nationaal Archief, is dit gezien de huidige energieprijzen een ‘mooie bijvangst’. “En als het meezit kan er straks ook op onderhoudskosten en de levensduur van installaties bespaard worden, omdat deze minder hard hoeven te werken.”
Het Innovation Center van Unica vervult de regierol tussen alle partijen. Dijkema is het meest trots op het feit dat er samen met alle betrokkenen serieus wordt nagedacht over de beste oplossing. “Bij de keuze voor bijvoorbeeld sensoren en het sturingssysteem pushen we zeker niet alleen onze eigen producten en diensten. We zoeken expliciet de samenwerking op met andere partijen om samen te kijken naar de beste oplossing. Dat vergt een andere denkwijze binnen Unica, maar ook voor veel andere organisaties.”
Schaalbare oplossing
De oplossing is bovendien schaalbaar en in te zetten voor andere klanten. Eigenlijk is het geschikt voor elk gebouw waar het klimaat zo optimaal mogelijk moet zijn ingeregeld. Te Veluwe: “Iedereen wil toch op energieverbruik en -kosten besparen en een zo optimaal mogelijk binnenklimaat voor medewerkers en bezoekers realiseren? De bottleneck is de bereidheid om kennis en data met elkaar te delen. Dat is nog niet gebruikelijk in onze branche. Maar dit verandert langzaamaan en op een gegeven moment wordt het een unstoppable force. De energieprijscrisis is een enorme katalysator om efficiënter te klimatiseren.” Beentjes wil hier nog één ding aan toevoegen: “Wat dit project zo interessant maakt is dat het twee soorten installaties betreft: een hypermoderne in Emmen en een 20 jaar oude in Den Haag. Als Unica in staat blijkt om iets te bedenken wat werkt voor beide situaties, dan hebben ze echt iets moois te pakken.”