Unica is actief in een snel veranderende technische omgeving. Dat heeft effect op de medewerkers. Zij hebben te maken met nieuwe technologie, complexere projecten en hogere verwachtingen van opdrachtgevers. Sanneke Sarels van Rijn, HR-directeur van Unica, hield dit voorjaar een rondetafelgesprek met vier Unica-medewerkers over hoe technologie hun dagelijkse werkzaamheden beïnvloedt. Aan de hand van zes thema’s geven zij hun perspectief op de impact van de snelle technologische veranderingen. In deel 5: kansen voor Unica.
Als we hetzelfde werk moeten doen met minder mensen, welke technologische ontwikkelingen bieden dan kansen voor Unica?
Ralph: “Wij zijn tegenwoordig veel bezig met BIM. Je zet hierbij een gebouw in 3D-vorm in schaalmodel in de computer. Virtueel bouwen. Als het model helemaal klaar is, slaan we het ‘plat’. Dan werken we een verdieping helemaal uit met maten, printen het, en met dat vel papier gaat de monteur het bouwen. Uiteindelijk leveren we dit digitaal aan, zodat de monteur als het ware het model meekrijgt. Met een VR-bril kan hij precies zien waar hij een onderdeel moet monteren. Dat scheelt heel veel werk, en je hoeft ook geen tekeningen meer te maken als het model klaar. Een stap verder is dat je robots inzet, bijvoorbeeld een robot die ’s avonds heel veel gaatjes boort op basis van coördinaten. Ik denk dat dit binnen vijf tot tien jaar kan.”
Esther: “En wanneer gaan we dan een heel gebouw 3D printen? Want als je de tekeningen al hebt…”
Ralph: “De printer moet dan alle soorten materialen in zich hebben om te kunnen bouwen, dus dan zijn we nog wel een paar jaar verder."
Vincent: “Beton printen ze al. Ik denk dat de techniek er al is, maar voordat het allemaal is goedgekeurd en toegestaan, dan zijn we nog wel even verder.”
Ralph: “Virtueel bouwen en modelleren is best moeilijk. Het helpt als je een 3D-gevoel hebt. Jonge mensen zijn al heel veel met 3D-spellen zoals Minecraft bezig, dat vraagt om beeldende vorming. Dat heeft voordelen.”
Welke hobbels hebben we nog te nemen?
Ralph: “Het zal voor veel mensen moeilijk zijn om dat kennisniveau te bereiken. Kennis van programmeren gecombineerd met praktische kennis van het vak.”
Floris: “Je moet het ook willen. Op school heb ik tien klasgenoten, dat zijn er niet veel. Mijn generatie is misschien liever lui dan moe. Veel klasgenoten hebben geen zin om fysiek zwaar werk te doen. Ik denk dat het fysieke werk deels overgenomen kan worden door robots, maar robots kunnen niet alles overnemen. Ik denk dat er altijd wel iets van fysiek werk blijft. Een kans voor Unica is alles digitaal, wat Ralph zegt, zo’n BIM-model.”
Vincent: “We moeten ook goed in de gaten houden welke ontwikkelingen er zijn en ergens in durven stappen. BIM is veel meer dan een 3D-model, het gaat van de bouw tot exploitatie en onderhoud. Dat je bepaalde componenten in een meerjaren onderhoudsbegroting zet en op basis van data aangeeft wanneer iets vervangen moet worden. Als je het hebt over de energietransitie en CO2-reductie moeten we op heel veel zaken inzetten. Wij moeten klanten vertellen wat er is. Want ze weten veel, maar lang niet alles. Wij moeten uiteindelijk de professional zijn die goed geïnformeerd is en vertelt wat er kan. We moeten ervoor waken dat we niet overbluft worden, dat de klant meer weet dan wij. Dat is het gevaar van een conservatieve branche, dat je op een gegeven moment achter de feiten aanhobbelt. Dat vraagt lef.”
Esther: “De kennis is er, dus misschien moeten we eerst wel terug naar een stukje standaardisatie. Vanuit daar producten aanbieden en anticiperen.”
Ralph: “Unica is ook met eigen ICT best wel aan het ontwikkelen, met Office 365 en Skype – wat steeds meer wordt gebruikt. Unica is een landelijke organisatie, dus als je elkaar voor elk overleg fysiek gaat opzoeken, rijd je jezelf compleet verloren.”
Esther: “Het gaat ook om zichtbaarheid, dat je van elkaar weet wie iets doet en daarbij kan aanhaken. We moeten soms ook tegen de gevestigde orde in durven gaan. Als de ene partij A zegt en wij zeggen B, dat we dan ook echt geloven dat B de beste oplossing is. Zo krijgen we mensen over de streep. Eerlijk zijn, dat je weet wat je aanbiedt en wat de gevolgen zijn. Dat doen we goed en dat moeten we behouden.”
Ralph: “De onderlinge samenwerking kan daarin nog wel beter. Unica is de laatste jaren flink gegroeid, met veel nieuwe bedrijven die nog veel op hun eigen manier werken. Maar door samen de techniek te gaan gebruiken ontstaan er veel meer mogelijkheden. Misschien moeten er een paar pioniers zijn die ermee aan de slag gaan. Dat vraagt tijd, maar ik denk wel dat het nodig is.”
De klant wil een totaaloplossing. Daar liggen kansen voor Unica. Hoe kunnen we hierin verrassen?
Ralph: “Praktisch gezien moeten we de financiële grens tussen iets bouwen en iets servicen weghalen. Beter is het om te zeggen ‘we hebben één pot geld en daar moeten we het gebouw voor bouwen en onderhouden’. Als je dat goed organiseert, kun je nog meer toegevoegde waarde bieden en heb je een tevreden klant.”
Esther: “Ga in gesprek met de eindgebruiker, wat wil hij in het gebouw? En op basis van die duidelijke klantwens een gebouw anders inrichten en ontwerpen.”
Vincent: “Dat gaat nog weleens mis. Dat de klant via een adviesbureau zijn wensen kenbaar maakt en dat er uiteindelijk iets gebouwd wordt wat de klant helemaal niet wil.”
Esther: “Het is ook wel lastig om de vertaalslag te maken tussen ‘wat zegt de klant’ en ‘wat bedoelt de klant’.”
Ralph: “Ja, de klant is soms een leek.”
Vincent: “Er valt heel veel te winnen aan de voorkant. Ik zie daarin absoluut een rol voor onszelf, dat we de klantwens naar boven halen en een adviserende rol pakken. Zelfs vanuit ons bedrijf zijn er nog vaak drie losse trajecten: het gesprek, het project en de exploitatie. Als dat één traject zou zijn, we geven elkaar de hand en gaan ervoor zorgen dat de klant er dertig jaar duurzaam en warmpjes bij zit en we gaan er allemaal iets aan verdienen, dan heb je volgens mij echt een Unica-project.”
Floris: “Samenwerken en meelopen als het project bezig is, zodat je weet wat erin zit en wat er moet gebeuren, zorgt ervoor dat je in de toekomst geen verrassingen tegenkomt. Dat is een heel groot voordeel wat je kunt pakken.”
Ralph: “Voor de jonge generatie is het ook heel leerzaam om mee te lopen met zo’n integraal project. Ik denk dat het zelfs kan leiden tot behoud van personeel. Als je als jonge monteur ergens komt en je weet van toeten noch blazen, dan schiet je helemaal in de stress. De klant spreekt die jongens er als eerste op aan als ze in de kou zitten. Zij zijn dus de eersten die de klappen vangen, terwijl ze er niks aan kunnen doen. Het gevaar is dat mensen dan gaan lopen als je hen niet goed begeleidt."
*****
Ralph Postma (50) werkt sinds 1992 in de technische dienstverlening, eerst bij twee adviesbureaus en sinds zes jaar bij Unica Building Projects. Als lead-engineer werkt hij aan het ontwerp van nieuwbouw- en renovatieprojecten, zoals momenteel het Amphia ziekenhuis in Breda.
Esther van der Maten (25) is trainee binnen Unica en voert sinds begin 2019 opdrachten uit voor Unica Fire Safety. Ze studeerde Logistiek en Technische Vervoerskunde en deed vervolgens de Master Supply Chain Management.
Vincent de Bruin (33) werkt sinds twee jaar als consultant, EPA-adviseur en technisch specialist bij Unica Energy Solutions. Vincent behoort in zijn familie tot de derde generatie die werkzaam is in de verwarmingstechniek.
Floris Junte (22) is leerling-monteur elektricien bij Unica Building Services in Zwolle. Hij werkt drie jaar bij Unica naast zijn opleiding ‘eerste monteur elektricien’. Floris wil bij Unica graag een vervolgopleiding volgen en twijfelt nog tussen de richtingen data en koeltechniek.